Home
Een dankwoord
Sitemap
Laatste updates
Curse of diaspora
Wie ik ben
Mijn ouders
Gerelateerden
Tinus Dezentjé
Voorouders & familie
Surabaya's historie
Cannalaan buaya's
Inleiding KH Peneleh
OVERIGE Kerkhoven.
Malacca VOC tijden 1
Malacca VOC tijden 2
PENANG 1 Malaysia
PENANG 2 Malaysia
PENANG 3 Malaysia
PENANG 4 Malaysia
PENANG 5 Malaysia
COCHIN VOC tijden
I4E Graven Den Haag
Indië en oorlog
Archipel oorlogen
Zieleroerselen
Voor mijn vader
Voor mijn moeder
Dag mijn zus
Voor cherubijnen
Vertrokken vrienden
Scotty ging heen
Romeo ging heen
Moossie ging heen
Liefdes gingen heen
Diverse verhalen
ZIJ DIE OPTEERDEN
Java na de Engelsen
Volkeren in Indië
Indo's in den Verre
Externe Indo links

Gedichten van, voor en over kinderen.

 

 

Een gedicht voor een dochter.

 

Vlindertje, zo onvoorspelbaar fladderend, speels en teer.

Soms doen mijn ogen van het kijken naar jou zo zeer. 

Je bent zo mooi gekleurd en van vorm zo prachtig.

Je vliegt zo willekeurig maar toch erg krachtig. 

Kupu-kupu noemt men jou daar in mijn warm zonneland.

En toch, al fladderend wordt je nooit geraakt door zonnebrand. 

Hier zie ik jou slechts in de schaarse zomer.

Daar ben je er altijd en maakt van mij hier een dromer. 

Kupu-kupu, waar fladder je altijd maar hene(n)?

Toch niet naar velden vol met knoflooktenen? 

Op de hellingen van de Bromo berg

en waar het vaak zo stinkt, zo héél erg. 

Of vlieg je zomaar rond de wijde wereld in?

En maak je dan de mensen die jou zien, blij van zin? 

Vlindertje, vlindertje, oh oh wat benijd ik jou,

Jij fladdert daar in de zon en ik wacht hier in de kou. 

Jij bent zo mooi gekleurd en je steekt af in de warme blauwe lucht

En ik? Ik staar naar grijze winterhemelen en slaak enkel een zucht.

 

  

 

Cherubijntjes, nooit geboren en toch in de hemel.

 

Je kreeg een naam van ons en die luidde Dewi, hetgeen synoniem is voor godin.

We keken naar je uit en zagen al je stapjes in onze toekomstdromen.

Zo klein met je ragfijne jurkje wankelde je om vooruit te komen.

Maar..... je wankelde niet; je vloog regelrecht de hemel in.

 

Onbekende zoon, we wisten dat je een jongen zou zijn.

Ook nog zo klein en zelfs nog zonder naam.

Toch maakte je al indruk en bracht je ons al je faam.

Maar onbekende zoon, ook jij vloog weg om te nippen van de hemelse wijn.

 

Voor onze Lieve Heer knielden jullie beiden toen neer,

want daarboven hoorden jullie papa en mama's droge snikken.

Oh Heer, laat onze papa en mama toch niet zo wegen en wikken.

Geef hen Uw zegen en hun beider geluk toch weer.

 

 

En naar de cherubijntjes luisterde HIJ en stuurde 2 op aarde weer.

Één ervan groeide later uit tot een lief volwassen dochterkind.

En het andere vloog direct al weer terug gedragen door een hemelse wind.

Zij spelen daar gedrie samen in de hemelse weide en kijken op ons neer.

 

           

A stairway to heaven. 

 

 

 

Top