Rampok Macan
of te wel Tijgergevecht of te wel de rituele viering van het einde van de 9de maand van de Islamitische kalender of te wel de Ramadan.
Het feit, dat ik op mijn site iets over de Rampok Macan schrijf, impliceert niet dat ik een fan ben van dit ritueel. Het is echter een stuk "adat" uit het land waar ik van afkomstig ben en voel me daarom enigszins "verplicht"om er iets over neer te pennen.
Rampok Macan vormde één der vele plechtigheden van de Midden Javaanse vorstenhoven om het einde van de ramadan te vieren en oorspronklelijk was de rampok macan een gevecht tussen een banteng en een tijger, waarbij symbolisch de tijger het kwaad voorstelde en de banteng de kracht van het volk.(Ook het politiek aspect werd in dergelijke gevechten gesymboliseerd, namelijk de tijger als voorbeeld van de blanke overheerser dus gelijkgesteld aan het kwade.)
In de eerste helft van de 19de eeuw waren de tijgergevechten voornamelijk enkel bestemd voor vorstelijke ogen en langzamerhand breidde dit soort plechtigheden zich uit naar het "gewone" volk, waarbij de tijger als éénling het symbolisch op nam tegen het gehele volk. Zou een enkeling namelijk de tijger doden, dan bestond de kans dat de wraak van de tijger deze enkeling zou treffen.
De dood van de tijger vond altijd plaats doordat de ten wanhoop gedreven tijger uiteindelijk in een kring van speren sprong (gedirigeerd door het omringende volk) en daarmede zijn einde vond.
Doordat het tijgerbestand op Java uitdunde, vonden deze rituelen uiteindelijk nog enkel plaats te Kediri en Blitar. (Eind 19de eeuw). En ik stam uit die contreien af en daarom dus een plaatsje op mijn site, monggoh.
Hoe het ritueel plaats vond, volgt hieronder:
Vroeg in de morgen stroomde het volk al naar de plek des onheils (voor de tijger) en men kwam van heinde en ver zowel lopend, te paard alsmede per gerobak of weet ik veel hoe; misschien wel achterop een gejatte fiets van de assistent resident of de controleur.
De plaatselijke hoofden van de omringende desa's bezochten ook al vroeg het huis van de regent en het hele gezelschap bezocht aansluitende de mesjit (misigit), terwijl het gewone volk al plaats had genomen op de alun alun, waar het schouwspel zich zou gaan voltrekken. Uiteraard waren tussen de toeschouwers ook de Europese "gasten" en het wachten was op de Resident en zijn gevolg, alvorens het ritueel kon beginnen; alle hoogwaardigheidsbekleders in vol ornaat en pontificaal aangekleed. (Als het warm was , lekker bau kringet, kepet, basin.)
En natuurlijk allerlei warungs met ketela goreng, pisang goreng, es teh panas, mangga, kelapa kopyor, kelapa degan, rujak, pecel, swiwi ayam goreng, bakso, bakwan, tahu petis, rujak gobet, mi goreng, kolek nangka pisang, noem maar op. Ik raak zelf al ngiler als ik dit opschrijf. En natuurlijk de jaran kepang dansers en de trommels en de kacungs die iederen voor de poten liepen, want ze waren klein en nyrondol door de massa om maar vooraan te staan en af en toe kreeg er ééntje een draai om zijn oren. En dan riep dat pokkejong om zijn moeder en die gaf hem er ook maar eentje bovenop en het jong nog harder brullen natuurlijk. Wah ramé allemaal.
Een beetje drinken en toosten her en der in de kabupaten en het spel kon beginnen.
Een dubbele rij sperendragers met hun van te voren bewerkte en bewierookte speren en door de dukun ook nog een beetje bewerkt, vormde de arena. In het midden van de arena werden de langwerpige kisten geplaatst waar de arme tijgers in zaten en wachtend op de kiyay die die al sembahs makend naar de hoogwaardigheidsbekleders de kisten openmaakt en het spel kan beginnen. Goed- of kwaadschiks worden de arme beesten uit de hokken gejaagd, uitgerookt als ze geen zin hebben et voila: in paniek hollen de arme beesten heen weer, nog meer opgejaagd en uiteindelijk proberen zij met een sprong over de sperendragers heen te springen om ten slotte in de punten van de speren te belanden.
De gedode tijgers worden naar het midden van het strijdperk gebracht alwaar het klootjesvolk naar hartelust één of ander souveniertje van de dode beesten mag plukken of vergaren, om zodoende zelf nooit door een tijger te worden aangevallen. (Jimat).
Heilig Indie 1905 door Ruzius - Gerechtelijk ambtenaar: "2 á 3 Seconden lang sloot ik de ogen en een onverklaarbare onrust in mij deed mij de ogen openen en zag hoe de tijger met een machtige sprong tegen de muur van speren kwam en met gekromd lichaam bleef hangen."
Foto's onder: Het ritueel.
Uit de kooi.
In paniek.
In de kring van speren.
Dodelijk gewond.
Het "kwaad" is dood.
Ik stond erbij en ik keek ernaar, neurieden de Resident en zijn gevolg.
Geraadpleegde lectuur:Rob Nieuwenhuis. Foto's: KIT en KITLV
Achtergrond: It is just a matter of time van Randy Travis... Just a matter of time before the tiger got killed.