Home
Een dankwoord
Sitemap
Laatste updates
Curse of diaspora
Wie ik ben
Mijn ouders
Gerelateerden
Tinus Dezentjé
Voorouders & familie
Surabaya's historie
Cannalaan buaya's
Inleiding KH Peneleh
PENELEH 9 nov 2021
OVERIGE Kerkhoven.
Malacca VOC tijden 1
Malacca VOC tijden 2
PENANG 1 Malaysia
PENANG 2 Malaysia
PENANG 3 Malaysia
PENANG 4 Malaysia
PENANG 5 Malaysia
COCHIN VOC tijden
I4E GRAVEN DEN HAAG
Indië en oorlog
Slag in de Javazee 1
Slag Javazee 2
Slag Javazee 2A
Slag Javazee 3
Slag Javazee GM
Andreas Hub. Emmen
Richard Arthur Cooke
Johannes Kaïn
Martinus Offringa
Hermannus Siemers
Joh. Thom. Martens
Hendrik A. Erkelens
Hij overleefde
SBN Doorman
Peter Steenmeijer
Verstegen Timisela
Dagboek F.J. Prudon
Frits Joh. Prudon
Slag Javazee 2 VON
Aftocht Japan
Geëxecuteerden
Resident SLORS
Tjimahi KNIL Ambon
Voor hen die vielen
Voor G.M.J. Driessen
Int.kamp Jesselton
Archipel oorlogen
Zieleroerselen
Diverse verhalen
ZIJ DIE OPTEERDEN
Java na de Engelsen
Volkeren in Indië
Indo's in den Verre
Externe Indo links

Hij overleefde.

 

(Foto Geheugen van Nederland.nl - Werk aan de Birma spoorlijn tijdens de natte moesson.)

 

Het verhaal van een Marineman geheten Jan de Vries en zijn gezin:

 

  1. hij verliet Nederland om dienst te doen in het voormalig Nederlands Indie en nam zijn gezin mee,
  2. de 2de wereld oorlog brak uit; het gezin kon niet terug naar Nederland en hij werd geplaatst aan boord van HMS De Ruyter,
  3. hij overleefde de slag op 27 febr 1942, werd opgepikt uit de golven en als krijgsgevangene geplaatst te Birma om aldaar aan de beruchte spoorweg te werken.
  4. zijn gezin - noodgedwongen achtergelaten te Surabaya - werd opgepakt en in kampen geplaatst; zij overleefden de oorlog en de daarop volgende "Bersiap" periode.
  5. het gezin keerde terug naar Nederland en allen werden herenigd.

Het is tevens het verhaal van zijn gezin over hun lotgevallen te Surabaya tijdens hun verblijf aldaar en later in de kampen.

Moge dit gelezen worden door een ieder die er belang bij heeft maar vooral  ook door een ieder die er geen belang bij heeft, opdat het nooit vergeten moge worden.... opdat men ere wie ere toekomt.

Dit verhaal, inclusief de foto's erin zijn en blijven eigendom van de familie van Jan de Vries en niets mag hieruit gedupliceerd worden, tenzij enkel en alleen met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de rechtmatige eigenaars. Bij eventuele intereresse, om welke reden dan ook,  gelieve men zich via het contactformulier tot mij te wenden en het verzoek in te dienen met opgave van redenen.

 

Hieronder het verhaal, zoals opgetekend door Cor de Vries, één der kinderen van Jan de Vries;

  

 

De Gordel van Smaragd.

 

Met een Vader die bij de Marine is ben je heel vaak met je moeder alleen, vroeger gingen de Marinemannen wel voor 3 jaar weg en zo was het ook bij ons. Diversen malen was mijn vader al zo lang weg geweest en nu mochten we met het hele gezin mee naar Nederlands Indië.

Het huis in Den Helder werd vaarwel gezegd, huisraad werd ergens opgeslagen en daar ging de familie met de “Johan van Oldenbarneveld” op naar het verre warme land. We varen uit in November, er kwam storm en in Engeland werd  aangelegd tot de storm voorbij was. Toen naar Genua; daar kwamen mensen aan boord die niet door de golf van Biskaje wilden varen; daar is altijd veel storm en golfslag men vond dat te eng dus kozen ze voor de trein Amsterdam Genua.

Aan de Djemertoweg in Soerabaya (Jl Jimerto) is voor ons een woning; daar hadden we met elkaar een leuke tijd. Wim 13 jaar Jan was 9 jaar en ik (Cor) was 3 jaar en dan het kleine zusje Greet anderhalf jaar oud. We hadden het daar goed.  Moeder had hulp van Babu Tjutji, Babu Sitih, en 2 keer in de week een Kebon voor de tuin. De Babu’s hadden het echt goed bij ons moeder kon het werk niet uit handen geven en werkte zelf hard mee, een ander doet het toch echt niet goed genoeg naar haar zin.

 

In maart 1939 wordt Rietje geboren en na een paar maanden wordt het tijd voor vertrek naar Nederland; de periode dat mijn vader in Indië zou moeten zijn is weer voorbij. We gaan naar het Grand Hotel in afwachting van het vertrek terug naar Nederland. Tijdens het verblijf hier vier ik mijn 6e verjaardag en als cadeau krijg ik een mooie glijbaan fijn om in Nederland mee te spelen. Dan september 1939 valt Duitsland Polen aan; Engeland en Frankrijk verklaren de oorlog tegen Duitsland

 

 

 

 

 

 

 

Spanning kompleet in Europa ons vertrek gaat niet door, de familie krijgt een woning  aan  de Kesoembaweg 3 het is omstreeks oktober 1939. (Zie foto boven.)

Cor vond het nummer te onduidelijk en heeft het met witte kalk extra  bewerkt dat zie  je zelfs op de foto. Wim heeft de garage tot eigen domein ingericht met mooie spangordijntjes. Hier ga ik voor het eerst naar school het leesplankje waar ik met kartonnen lettertjes het woordje schip leerde spellen kan ik me nog goed herinneren, daar hoor je verderop in dit verhaal nog wel van.

Jan zat vol kattekwaad; hij liet ons over de muur van onze tuin klimmen en liet ons dan naar beneden zakken zodat we in de sawa kwamen. Daar liepen we dan naar de vruchtbomen die daar ook stonden en plukte verscheidene fruitsoorten.

Als er onraad was dan glipte Jan weg en liet ons alleen achter Greet en ik rende dan naar de uitgang gelukkig zijn we nooit gepakt. O wee als mijn vader dat hoorde dan waren de rapen gaar. Op blote voeten was ook al iets dat absoluut niet van hem mocht en toch waren wij altijd op blote kakkies te vinden. Soms trapte je in dorens of andere scherpe dingen maar wij maakte ons geen zorgen over de eventuele gevolgen die je daarvan zou kunnen krijgen.

Als we ’s avonds al in bed lagen kwam een man langs met een warung, voor een gobang (2 ½ cent) kregen we dan nog wat lekkers. Hier wordt ons broertje Ben geboren, Wim is inmiddels 15 jaar en maakt van de garage een eigen domein. Op 10 mei 1940 breekt de oorlog in Nederland uit.

En als op 7 december 1941 Pearl Harbor geheel onverwacht door de Japanners wordt aangevallen is de chaos kompleet toen was Amerika direct betrokken bij de 2e W.O. Maar ook in Indië gaat het fout na die aanval op Pearl Harbor en ook hier breekt de oorlog uit, voordien was het al een spannende tijd geweest.

 

Ik herinner mij nog goed dat mijn vader thuiskwam met het pistool in de holster en als kind voelde je zelfs de spanning.

Mijn vader was bij de onderzeedienst en verbonden aan de haven Perak te Soerabaya. Hij werd van die dienst afgehaald en geplaatst op de Fregat “Piet Hein” en later op de Kruiser “H.M. De Ruyter”.

Op 28 februari 1942 komt Jan thuis en vraagt aan moeder of ze het laatste nieuws heeft gehoord. Bij de “SLAG in de JAVAZEE”  27 op 28 februari heeft een torpedo HM de Ruyter getroffen en het schip vergaat, mijn vader houdt zich 24 uur drijvende in zee en werd door een Japanse boot opgepikt en naar Soerabaya gebracht waar hij gevangen werd genomen. Daar hebben we mijn vader nog even gezien slechts op bezoek, we wisten dat hij daar weg ging maar niet waarheen en wanneer.

We kwamen op een gegeven moment op bezoek en toen was hij er niet meer, ons werd niet verteld waarheen en onzeker keerde we terug naar huis. Achteraf blijkt hij naar Birma gebracht te zijn waar hij mee moest werken aan de spoorlijn.

Wim was voor de capitulatie al weg naar Australië om de vliegers opleiding te volgen en dan later naar de V.S. te gaan voor het afmaken van de opleiding. Op een dag komt moeder thuis van het boodschappen doen en zegt we moeten voortmaken want over een uur moeten we ons melden daar en daar. Het enige dat mee genomen kan en mag worden is wat kleding in een koffer die snel werd ingepakt.

Het huis wordt  dan  in haast achtergelaten kompleet met inboedel, denk je eens in wat je in een koffer kan doen en niet weten dat alles wat er in huis achterblijft je het nooit meer terug zal zien dat is je gewoon afgenomen.

Met Cor, Greet, Rietje en Ben worden we naar het kamp in Soerabaya gebracht, daar verbleven we ongeveer 3 maanden; er was toen nog eigenlijk geen honger maar de vrijheid was wel over natuurlijk.

 

Dat kamp was een afgezette woonwijk omringd door een rietenschutting (Kedek).(Gedek = gevlochten bambu repen)

Na die tijd worden we op een trein gezet en na een lange, lange reis in geblindeerde wagons en de kinderen op de grond zittende komen we aan op midden Java daar worden we geplaatst in het kamp Halmahéra te Semarang.

Met 5 personen en een oude vrouw op één kamer moeten we maar zien hoe het verder moet. Moeder moet de oude vrouw verzorgen zij ligt de hele dag op bed.

Veel vrouwen kregen opdracht om voor de Jappen te werken. Zo moesten er petjes gemaakt worden, er werd door diverse vrouwen geweigerd dat te doen en de straffen waren dan vreselijk.

De andere vrouwen en kinderen ook ik als jochie van 10 moesten dan toekijken hoe de straffen werden uitgevoerd. Het is beter om daar niet verder over te vertellen; pure vernedering en lijfstraffen waren regelmatig aan de orde.

In dit kamp moest ik grote diepe gaten graven die later weer dichtgegooid werden, pure werkverschaffing.

Het eten wordt minder; het komt uit de gaarkeuken, (daar wordt voor alle mensen gekookt en zal later uitgedeeld worden). Tegen de tijd dat het eten klaar is moet Cor als bellen jongen de straten rond en maar klingelen met de bel en riep dan “eten halen, eten halen”. Zo werden de mensen gewaarschuwd dat ze naar de gaarkeuken moeten komen om hun rantsoen op te halen.

Het was niet veel wat we kregen, soms ging Cor slakken en kikkers zoeken en kookte die dan met een beetje water in een leeg blikje op de lekvlammetjes die naast de pannen in de gaarkeuken opzij uitwapperden.

Moeder bewaarde in een klein blikje soms een beetje van haar eigen eten om dat dan later aan de kleine Ben te geven. Het blikje verstopte ze dan onder haar hoofdkussen, maar Cor en Greet ook hongerig natuurlijk hadden het blikje al snel half leeg.

Met een lepel op zak ging Cor de pannen uitkrabben bij de gaarkeuken en daarna flink met zijn vinger het allerlaatste restje uitlikken. (Nog noemt hij zijn wijsvinger wel eens likvinger).

Er werd soms van stijfsel pannenkoeken gebakken de pan werd met een kaars vettig gemaakt.

Op een dag kregen we 2 eieren moeder de Vries wist snel raad die moet ik maar hebben voor de kleine Ben. Het kongsi hoofd een sterke jonge vrouw besliste anders, ze kookte de eieren hard en prakte ze waarna ze ging delen voor 23 personen. 1, 2, 3, 4, 5 personen ze tipte dan bij iedere tel een piep klein beetje ei op het bordje, en de volgende 1, 2, 3 personen enz eerlijk delen was het motto.

Ook moesten er vliegen gevangen worden 10 per persoon Cor ving er elke dag 50 want hoe klein Ben ook was voor hem moesten er ook 10 ingeleverd worden. Dat werd natuurlijk steeds moeilijker de vliegen waren bijna uitgestorven daar.

 

’s Avonds sliepen we met ons vijven in een 2 persoons bed dat was een veilig gevoel dicht bij elkaar en de klamboe dicht. 3 met het hoofd naar het hoofdeinde en 2 met het hoofd aan het voeteneind.

Elke dag ’s morgens was er appèl dan moesten we in de rij staan en buigen voor de Japanse vlag en de officieren.

We stonden dan in 2 rijen strak in het gelid en moesten dan het nummer zeggen van de plek waar we stonden, o wee als je niet oplette en het verkeerde nummer zei dan kreeg je een klap voor je kop. Het was dan (uitspraak) Ietsj, Nie, San, Sjie, Go, Rok, Sjiets, Hatsj, Koe, Djzoe. Geschreven is het 1 Ichi, 2 Ni, 3 San, 4 Shi, 5 Go, 6 Roku, 7 Shichi, 8 Hachi, 9 Ku, 10 Ju.

Er werd ook inspectie gehouden als het huis netjes schoon was werd er een streepje op de deurpost gezet en anders een kruisje, met 3 kruisjes kreeg je straf en dat was niet mis dan moest er behoorlijk gewerkt worden. De Jappen waren oh zo bang voor ziektes, ongedierte was er genoeg, met een haarspeld peuterde moeder de wandluizen uit het slot van de deur.

Veel kleren hadden we niet een korte broek en een hemdje dat was alles.

Op een dag liep Cor langs het Kedek (schutting) aan de andere kant stond een Javaan met een netje eieren. De Javaan vroeg of hij het hemd kon krijgen dan mag jij de eieren, nu dat zou een goede ruil zijn dus het hemd ging uit en werd over het Kedek aan de man gegeven.

Cor was goed van vertrouwen maar kwam bedrogen uit. Maar oh wee hij werd betrapt door een bewaker  en kreeg een flinke klap voor zijn kop zo hard dat zijn kies ervan los raakte, de man liep weg en Cor had geen eieren maar ook geen hemd meer en een zere wang. Moeder zal niet blij geweest zijn want een ander hemd was er niet het was echt de laatste.

Hoe moeilijk de tijd ook was Cor had een huisdier, schrik niet het was een reiger in Indië werd een reiger blekoh genoemd. Er waren hoge bomen waar de reigers nestelde, één jonge vogel viel uit de boom en werd door Cor mee naar huis genomen en verzorgd. Een hok werd gemaakt voor de jonge reiger en als de oude vogels weer op het nest terug kwamen en stukjes vis verloren tijdens het voeren van hun jongen werd dat zorgvuldig verzameld door Cor. Als Cor het hok openmaakte en dan hard wegrende vloog de reiger hem achterna tot op een kwade dag een bewaker de reiger heeft gevangen wat had Cor een enorm verdriet. Het trouwe dier werd door de man gedood waar Cor als ventje bij stond hij was ontroostbaar en heeft het er nu nog over.

Cor werd inmiddels dikker en dikker; men zei al wat ziet die jongen er goed uit maar het was helemaal niet goed. Toen Cor 10 jaar was mocht hij niet meer bij zijn moeder blijven.

Het was 12 september 1944 Cor moest zich melden bij de kampcommandant   en werd in een auto gezet met nog een paar jongens van zijn leeftijd. hij werd van kamp Halmahéra  naar  het mannen kamp Bankong over gebracht.

 

 

Hij voelde zich groot maar tegen de avond begon het gemis naar moeder, broertje en zusjes.

Het werd een moeilijke tijd Cor werd na verloop van tijd ziek en lag veel op bed met Berry Berry (oedeem) zijn ogen konden 's morgens bijna niet open van het vocht.

Maar dan op 10 augustus 1945 als hij juist staat te plassen hoort hij een vliegtuig en kijkt naar boven waar hij een Dakota zag met de Rood Wit Blauwe vlag de oorlog is voorbij.

De volgende dag komt er een jonge vrouw kijken hoe het met Cor is en zegt dat zijn moeder hem zal komen ophalen.

Moeder is inmiddels ook erg zwak en uitgeput en de klap zou te groot geweest zijn als Cor er niet meer zou zijn. Ze wist immers ook helemaal niet waar haar jongen heen gebracht was. Gelukkig zijn ze weer met z’n vijven en gaan wonen in de Kapoeasstraat, dat is een zijstraat van de Darmoboulevard waar ook de dierentuin vlakbij is en het  R.K.Ziekenhuis waar Riet en Ben zijn geboren.

De Bersiap periode begint op 15 september 1945 dit is een gewelddadige tijd en onderdeel van de nationale revolutie. Bersiap betekent: “Weest Paraat”, een uitdrukking die voort komt uit vooroorlogse Indonesische padvinders beweging.

Van school kwam niet veel Greet en ik werden al snel weer thuis gehouden het was te gevaarlijk om daarheen te gaan.

Op een dag staan 2 Britsch Indische soldaten zogenaamde Goerkha’s voor moeder hun wapen tegen haar hoofd gericht, Greet verstopte zich en Cor sloot zich op in de w.c. wat een angst. Moeder werd beschuldigd dat ze met een spiegeltje stond te seinen naar vliegtuigen. Gelukkig loopt dat goed af en komen we weer uit onze schuilplaats.

Vlakbij was een stal waar paarden stonden door een bomaanval was de stal verwoest en de paarden waren losgeslagen, Cor ontfermde zich over een paard met een Indische buurjongen werd van touw een halster gemaakt.

Deze Indische jongen was al een stuk ouder en hielp Cor op het paard en zo ging hij met het paard op stap. Het paard werd in de tuin gezet om te overnachten en werd dan s’morgens naar de overkant gebracht om gras te eten tot op een dag het paard was verdwenen en alleen het touw was er nog.

Dan vertrekken we naar Nederland moeder met 4 kinderen; waar mijn vader, Wim en Jan zijn weet ze nog steeds niet.

Op 15 april 1946 komen we na 6 weken varen met de Tabinta via Port Said aan in Nederland. Een bootreis die ook weer met de nodige problemen ging pech en zieke mensen en nog steeds niet wetende waar mijn vader, Jan en Wim zouden zijn.

In IJmuiden lag het schip in de sluis  daar werd de loopplank uitgelegd en een luchtmacht soldaat kwam aan boord, het blijkt Wim te zijn die al gehoord had dat zijn familie aan boord was. Hij was in zijn uniform en men had natuurlijk enorm veel bewondering voor hem hij heeft de hele oorlog gevlogen en zeer veel mee gemaakt.

Bij aankomst ging het gezin voor de eerste opvang dagen naar Doorn, “Huize La Forette” (dat was door de marine als opvanghuis bestemt  later werd dat afgebroken en bouwde men daar Bartimeushagen).

Dan naar Broek in Waterland daar was een rusthuis voor hen gereed waar ze ongeveer een maand zijn gebleven. Je moet weten dat het in Indië erg warm is en in Nederland scheelt dat wel heel veel maar de huismeester stuurde ons aldoor naar buiten hij zei dan gaan jullie maar naar buiten het is het mooiste weer van de wereld maar wij vonden het koud.

Dan gaat de familie een dag of 8 in een pension te Bloemendaal waar de eerste ontmoeting met mijn vader was. Moeder was alleen naar Doorn vertrokken om mijn vader op te halen. Cor sliep al en werd 's nachts door zijn vader wakker gemaakt hij zei: “Cor, Cor hier is pappa” zo was het gezin gedeeltelijk weer bij elkaar.

Mijn vader moest weer naar Doorn voor een gesprek over eventuele woonruimte want hier in Nederland had de familie niets natuurlijk en er was een enorm gebrek aan woningen men had hier en daar verplichte inwoning; inmiddels is het mei 1946.

De vraag of ze naar Beesd zouden willen werd gesteld met de mededeling dat het daar wel heel erg stil zou zijn. Het antwoord van mijn vader was “het kan mij niet stil genoeg zijn” waarop de zaak verder door de Marine geregeld werd.

In Beesd aangekomen bij Baron van Verschuer op de Hoge Speyk daar waren we al snel ingeburgerd. De fam. W.F.van Verschuer was zeer gastvrij en vroeg telkens weer of we nog iets nodig hadden en of de ruimte voldoende was enz. We hadden beneden een grote huiskamer en een slaapkamer, boven was de slaapgelegenheid met badkamer.

Op een nacht was er gestommel rond het huis en omdat mijn vader heer slecht kon zien dacht hij aan onraad en uit voorzorg nam hij de houding aan van “ik zal je grijpen” een kleine schermutseling volgde “ik ben het pappa, Jan”. Oh nu waren we alle 8 terug ieder met zijn eigen herinnering aan de zware tijd die we hadden doorstaan.

Jan had een hele reis achter de rug hij was die dag al op de vorige adressen geweest en men had hem aangeraden de volgende dag verder te gaan naar Beesd maar daar was geen praten tegen en hij bereikte zijn doel.

Natuurlijk moesten Cor, Greet en Rietje naar school en dat was weer een ander probleem,  want als je 13 jaar bent en je weet alleen de woordjes van het Indische leesplankje valt het niet mee om in de 7e de leerstof mee te doen.

Meneer Bos de hoofdonderwijzer had met ons te doen en heeft zich volledig ingezet om ons alle 3 in korte tijd veel te leren. Eens vroeg hij Cor hoe schrijf je schaar? trots zei Cor met de sch van schip meneer waarop de klasgenoten gniffelden en door meneer Bos  direct berispt werden deze kinderen niet uit te lachen.

Vakantie was er niet bij voor het drietal “jullie hebben al genoeg vakantie gehad “ zei hij dan. Het was een leuke tijd in Beesd maar ja wat moet je als Cor alleen maar boer wil worden dan wordt het tijd om te vertrekken.

In de Utrechtse Barkasstraat 31 wordt een huis gekocht en november 1948 trekt de familie daarin. Scholen worden voor Riet en Ben  gevonden, Greet gaat nog kort naar school en zoekt dan een baantje maar Cor is overal te oud hij heeft veel moeite om een opleiding te gaan volgen.

Korte tijd naar VGLO en uiteindelijk na veel wikken en wegen wordt hij bij Werkspoor aangenomen nadat hij eerst was afgewezen daar hij te oud was, maar dankzij medewerking van meneer Smit wordt een uitzondering gemaakt.

Een fijne tijd breekt aan het is een nieuwe wijk en er is leuk contact met de buren veel jeugd van onze leeftijd. Avonden bij de familie Lieshout waar we spelletjes deden en bij de familie Klein in de Fregatstraat; ja het was een leuke tijd.

Over de vreselijke jaren werd bijna nooit gesproken ieder stopte zijn of haar verhaal diep weg.

Later werd dat wel anders Wim heeft vaak zijn hart bij ons uitgestort. Ben (= zoon van Cor) heeft er regelmatig met Cor over gesproken. We hopen dat onze kinderen en kleinkinderen nooit zelf zoiets mee zullen maken.

  

Maleis tellen: satu, dua, tiga, empat, lima, enam, tujuh, delapan, sembilan, sepuluh, sepuluh satu, sepuluh dua, sepuluh tiga.

 

Vader

Jan de Vries 

30 april 1896

27 maart 1960

Moeder

Cornelia Maria Peters

10 augustus 1899

30 mei 1975

 

broers en zusters van het gezin de Vries:

Willem

28 februari 1923

10 november 1985

Jan

27 juli 1927

3 juli 2005

Cor

15 oktober 1933

22 februari 2008

Margaretha Maria

12 maart 1935

 

Maria Johanna

28 maart 1939

(vermist sinds 1982)

Bernardus Jacobus

16 juni 1941

 

           

 

Samengevat:

Vader was bij de Marine, HM de Ruyter slag in de Javazee 28 februari 1942, daarna kort gevangen genomen te Soerabaya moeder en kinderen hebben hem daar een paar keer mogen zien, plotseling was hij daar weg later bleek bij thuiskomst in Nederland dat hij op transport gezet was naar Birma, het was voor de familie onbekend waar de pappa zou zijn.

moeder omstreeks april/mei 1942 met de 4 jongste kinderen, Cor, Greet, Riet en Ben naar een kamp te Soerabaya dan omstreeks september 1942 per trein naar kamp Halmahéra (Semarang)

Cor moest later wegens leeftijd naar het mannenkamp Bangkong dit kan omstreeks de jaarwisseling 1944/1945 geweest zijn.

Willem was in opleiding tot vlieger, hij werd overgeplaatst naar Australië om later via Amerika naar Engeland te gaan en vocht toen tegen het Duitse leger. Met het bekende Squadron 322. Willem werd in de sluis van IJmuiden aan boord van de Tabinta toegelaten en werd met zijn moeder broers en zusjes herenigd.

Jan werd te Batavia in gevangenschap genomen tijdens een schoolvakantie met een vriend en diens ouders. Hij kwam in kamp Tjimahi, en werd in 1946  met de familie herenigd.

In juni 1946 was de familie voor het eerst weer voltallig bijeen op “De Hoge Speyk” te Beesd bij de gastvrije woonruimte biedende Baron W F van Verschuer


Halmahera

I

Loopgraaf

1

Wijkkantoor

II

Openbare WC

2

Nipponkantoor

  III

Varkenshok

3 - 5

Toko keuken

IV

Kippenhokken

15

Politie wachtpost

V

Waterputten

20

Goedang

VII

Patjolveld

34

Naaihuis

O

Brandkraan

48

Doktershuis

O

Lantaarn

63 - 65

Ziekenhuizen

 

 

 

 

 

 

Bangkong met indeling.(zie foto boven.)

 

a-k

Japanse commandant, heio’s

D

Doucheruimte

E

Etensverdeelplaats

G

Groentenschoonmaak

HAN 1-8

Jongens

HAN 9

Mannen

HAN 10

Mannen, jongens

HAN 11

Mannen, staf, dokter

HAN 12

Zusters

HAN 13

Oude zieke mannen

HAN 14

Oude zieke mannen

 

 

 

Een deel van de passagierslijst van ms Tabinta. Abusievelijk is de geboortemaand van Cornelis foutief vermeld. Het moet OKTOBER zijn en niet juni.

 

Alle eigendomsrechten familie De Vries.

 

Eigen aanvulling overgenomen uit www.kb.nl

 

Op de achtergrond: Het krontjonglied van de zee. (Kroncong Air Laut.)

Top